vrijdag 28 december 2012

Croqueembouche ofwel, soesjestoren

In Masterchef Australie moeten de deelnemers bijna elk seizoen wel een croqueembouche maken. De enorme soesjestoren onder enorme tijdsdruk. Ik wilde die al heel lang een keer maken. En zonder tijdsdruk, hoe moeilijk kon het zijn? Nou heel!

Ik begon met de bodem van nougat. Dat zijn geroosterde amandelen, overgoten met een karamel. Die moet je heel dun uitrollen en er een grote cirkel, twee kleine cirkels en 3 halve maantjes uit steken. De karamel bleef plakken aan de roller, stolde zo snel dat hij niet dunner werd en brandde natuurlijk mijn vingers. Ik begon de vele pleisters in Masterchef na afloop van de croque al te begrijpen.

De volgende stap was het bakken van de soesjes. Mijn broertje keek me aanbiddend aan toen ik zei dat ik zelf soesjes maakte, maar toen ik uitlegde hoe makkelijk het eigenlijk is, snapte hij het wel.
Voor de vulling maakte ik een creme patissier, banketbakkersroom. Maar omdat ik gewoon ook maar zo gewoon vind, heb ik er lavendelroom en chocolade room van gemaakt. Big mistake voor een eerste keer! Hou je gewoon aan het recept! Als de constructie dan mislukt, klopt de smaak in ieder geval. Nu was de lavendelroom echt te lavendelig en in combinatie met alle suiker en karamel was alles gewoon een beetje te zoet. Zelfs voor mij. Niet meer doen dus!


Nadat de vulling is opgesteven en de soesjes zijn afgekoeld, kun je ze vullen. Ook dat viel niet mee. Ik had vanwege het grote aantal vul- en spuit acties uit het recept besloten wegwerpzakken te gebruiken. Die zijn dus van heel dun plastic waardoor je de toet nooit van zn lang zal ze leven in de soes gestopt krijgt. Alles zat er dus onder en de vulling zat vooral aan de buitenkant van de soesjes.

Daarna dip je de soesjes in de karamel en laat ze hard worden. Sommige haal je nog even door de glitter suiker, gewoon voor de leuk. En daar kwamen de tweede ronde blaren om de hoek kijken. Volgende keer maak ik grotere soesjes, want als ze zo klein zijn krijg je ze nooit in de karamel gedoopt zonder je vingers te branden. En gekookte suiker is nog heter dan kokend water (en dat is al heet!). Na drie verbrande vingers was ook deze stap afgerond. Vervolgens plak je de soesjes aan elkaar tegen een ingevette vorm. So far, so good.

Alleen dan moet de toren van de vorm af, en op de bodem. En daar ging het mis. De hele boel stortte in. Met karamel plakte ik de te dikke bovenkant in elkaar en zette die op de ingestorte bende. Voor de vorm gingen er nog wat eetbare glitters over heen, die had ik tenslotte gekocht. De gesponnen suiker heb ik maar overgeslagen, ik had genoeg blaren.





Ik ben heel blij dat ik hem een keer heb geprobeerd, maar ben wel een beetje teleurgesteld over het resultaat. Gelukkig was de rest van het kerstdiner wel onwijs lekker!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten